Details

Om te kunnen bijdragen aan besluitvorming over beleid en maatregelen aangaande het watersysteem en landgebruik en daarbij rekening te houden met klimatologische en sociaaleconomische onzekerheden in de toekomst, is binnen het project ‘Klimaat en waterrobuust Laag Nederland in 2050 en daarna’ (hierna: ‘LN2050’) gekozen voor een aanpak die gebruik maakt van scenario’s en toekomstbeelden. In de memo ‘LN2050 Friesland - Scenario's, toekomstbeelden en ontwikkelpaden’ (Deltares, 2024) is een beschrijving gegeven van scenario-denken en ontwikkelpadenmethodiek en de manier waarop dit is toegepast in de casus in Friesland in de ontwikkeling van toekomstbeelden/oplossingsrichtingen. Deze beschrijvende scenario’s en toekomstbeelden bieden inzicht in de bandbreedte van mogelijke ontwikkelingen in het gebied. De volgende stap binnen het project LN2050 was het kwantificeren van de effecten van verschillende scenario’s en toekomstbeelden op het bodem- en watersysteem en de daarmee samenhangende kansrijkheid van landbouwgewassen in de toekomst.

To contribute to decision-making regarding policies and measures concerning the water system and land use, while taking into account climatic and socio-economic uncertainties in the future, the project 'Climate and Water Resilient Low Netherlands in 2050 and Beyond' (hereinafter: 'LN2050') has chosen an approach that uses scenarios and future visions. In the memo 'LN2050 Friesland - Scenarios, Future Visions, and Development Paths' (Deltares, 2024), a description is given of scenario thinking and development path methodology and the way this has been applied in the case in Friesland in the development of future visions/solution directions. These descriptive scenarios and future visions provide insight into the range of possible developments in the area. The next step within the LN2050 project was to quantify the effects of different scenarios and future visions on the soil and water system and the associated feasibility of agricultural crops in the future.