Details

In dit rapport worden enkele aanpassingen van het CARROT model versie 3.1 beschreven. De aanpassingen zijn gebaseerd op nieuwe data van de ligging van de waterbodem na het verdiepen van de Nieuwe Waterweg en enkele havenbekkens en een correctie van enkele data die niet goed waren verwerkt. Daarnaast zijn er enkele automatische scripts gemaakt die de stijghoogtemetingen vergelijken met modeluitkomsten van het CARROT model en worden ook de stroombaanberekeningen van enkele locaties voor verschillende modelversies onderling vergeleken. Hieruit blijkt dat op enkele locaties de gemodelleerde stijghoogten duidelijk afwijken van de gemeten waarden, met name ten noorden van de Nieuwe Maas nabij het centrum van Rotterdam. De berekende stroombanen voor de verschillende modelversies komen qua stromingsrichting vaak overeen, maar bij enkele locaties zijn er duidelijke verschillen. Dit zijn locaties die dichtbij een waterscheiding liggen (zoals Vopak Europoort en Koole) en of locaties waar de stromingsrichting in het 2de watervoerende pakket sterk afwijkt van de stromingsrichting in het eerste watervoerende pakket (zoals de noordelijke stroombanen bij Feijenoord).

This report describes some adjustments to the CARROT model version 3.1. The adjustments are based on new data of the location of the water bottom after the deepening of the Nieuwe Waterweg and some harbor basins and a correction of some data that were not processed properly. In addition, some automatic scripts have been created that compare the head measurements with model outputs from the CARROT model and also compare the flow path calculations of some locations for different model versions.This shows that at some locations the modeled head values clearly deviate from the measured values, especially north of the Nieuwe Maas near the center of Rotterdam. The calculated flow paths for the different model versions often match in terms of flow direction, but at a few locations there are clear differences. These are locations close to a watershed (such as Vopak Europoort and Koole) and or locations where the flow direction in the 2nd aquifer strongly deviates from the flow direction in the first aquifer (such as the northern flow paths near Feijenoord).